Foto: Joachim Spremberg, Deutches Bundesarchiv
De eerste president van het onafhankelijke Guinea-Bissau wordt vandaag begraven in Lissabon, nadat hij zaterdag in deze stad overleed op 78 jarige leeftijd. Hij was al lange tijd ziek. Luís Cabral was president van Guinea-Bissau van 1974 tot 1980.
In de jaren vijftig begon in Guinea-Bissau de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Portugezen, die daar al sinds de 15e eeuw aanwezig waren. De halfbroer van Luís Cabral, Amilcar Cabral, richtte in 1956 de onafhankelijkheidspartij voor Guinea-Bissau en Kaapverdië (PAIGC) op. Amilcar Cabral werd echter in 1973 vermoord, waarop zijn broer Luís de strijd voortzette. Op 24 september 1973 riep de onafhankelijkheidsbeweging de soevereine republiek Guinea-Bissau uit, die direct door veel landen ter wereld werd erkend. De Portugese erkenning moest echter nog wachten tot na de Anjerrevolutie. Formeel kreeg Guinea-Bissau onafhankelijkheid op 24 september 1974.
Luís Cabral werd de eerste president van de nieuwe republiek. Hij werd omschreven als een optimistisch en enthousiast leider, die in de eerste jaren na de onafhankelijkheid vooral veel aandacht besteedde aan het verspreiden van onderwijs onder de bevolking. In de late jaren zeventig had het land echter te maken met hongersnood, wat de positie van Cabral in gevaar bracht. In 1980 volgde een militaire coup, waarmee Cabral uit zijn functie werd ontheven. Zijn eerste minister João Bernardo Vieria volgde hem op. Cabral verbleef zes maanden in de gevangenis, alvorens hij door Cubaanse bemiddeling in ballingschap naar Cuba kon vertrekken. Vanuit Cuba ging hij in 1984 naar Lissabon, waar hij sindsdien woonde. In die tijd heeft hij nooit enige kritiek geuit op zijn opvolger João Bernardo Vieira (die overigens afgelopen maart door soldaten werd vermoord).
Hoewel Luís Cabral dus bijna dertig jaar geleden zijn land werd uitgezet, wordt hij nu ineens geëerd. Er zijn drie dagen van nationale rouw afgekondigd. De weduwe van Cabral gaf aan te hopen dat het lichaam van haar man op een dag overgebracht zou kunnen worden naar zijn geboortegrond. Tot die tijd wordt hij begraven op de begraafplaats Alto de São João in Lissabon.
Lees ook:Guinée-Bissau vraagt om internationale hulp
Lees ook:Honderd jaar republiek
Lees ook:Portugal zegt hulp bij repatriëring uit Egypte toe
Lees ook:Portugal zoekt naar lichamen in Guinee-Bissau
Lees ook:Expositie: de toerist van honderd jaar geleden